Opmeer is een dorp en een gemeente in de regio West-Friesland in de Nederlandse provincie Noord-Holland.
Opmeer werkt internationaal samen met het Zweedse Svedala. Hier is officieel echter geen sprake van een stedenband. De stedenband met het Poolse Goleniów werd in 2011 beëindigd.
Opmeer vormt de hoofdkern van de gelijknamige gemeente, deze kern ligt het meest centraal en hier is dan ook het gemeentehuis gevestigd. Opmeer komt sinds 1310 al in beschrijvingen voor als Opmeer. De plaatsnaam verwijst naar het feit dat de plaats boven een meer was gelegen.
Geschiedenis
Het gebied was in de Nieuwe Steentijd reeds bewoond getuige de archeologische vondsten zoals het skelet van Cees de steentijdman.
De plaatsen Opmeer en Spanbroek kregen in 1414 als één plaats stadsrechten. De naam 'Opmeer en Spanbroek' wordt gebruikt als duiding voor de dorpenstad die bestaat uit de dorpen Opmeer en Spanbroek. De stad werd echter vaak niet als één stad gezien, maar als twee dorpen die stadsrechten hebben. Dit komt door het feit dat beide plaatsen niet echt een stedelijke uiterlijk hebben en de twee dorpen vaak niet samen worden genoemd als men het over de stadsrechten heeft. Daarnaast wordt soms alleen de naam Opmeer gebruikt voor de stad. In Opmeer was het rechthuis van de stad gevestigd, daterend uit 1598. Dit gebouw, in de 20ste eeuw ook bekend als 'Het Koopmanshuis', stond aan De Waterkant op de locatie waar nu een filiaal van de Rabobank is gevestigd en werd in de laatste jaren vóór de sloop in 1971 gekraakt door de jongerenverening.
Het raadhuis, dat ook dateert uit 1598, staat nog steeds in Spanbroek op de splitsing Hertog Willemweg - Spanbroekerweg. De stad was ook verantwoordelijk voor een aantal kleinere omliggende plaatsen zoals Noord-Spierdijk, Spierdijk, Zandwerven en Zuidermeer. Ook Obdam en Hensbroek maakte korte tijd deel uit van de stad Opmeer en Spanbroek. Al in 1434 echter vormden Hensbroek en Obdam samen een eigen heerlijkheid, inclusief enkele stedelijke rechten. Deze rechten werden serieus uitgebreid in 1456 tot een bijna vol stadsrecht. Bij het ontstaan van de gemeenten in de 19e eeuw werd de stad in gemeentelijke zin uit elkaar gehaald. Deze scheiding duurde tot 1959, toen de gemeenten Opmeer en Spanbroek fuseerden tot de gemeente Opmeer. De kernen Hoogwoud en Aartswoud, die tegenwoordig deel uitmaken van de gemeente Opmeer, maakten geen deel uit van de stad Opmeer en Spanbroek. Hoogwoud verkreeg zelf stadsrechten in 1414 en mag zich sindsdien officieel een stad noemen. Vanwege het dorpse karakter wordt de term dorp echter vaker gehanteerd.
In 1256 vond, waarschijnlijk nabij het Berkmeer de slag van Hoogwoud plaats. Willem II van Holland sneuvelde in deze slag tegen de Westfriezen. In het gemeentewapen van de gemeente Opmeer is dit feit symbolisch weergegeven. Willem II werd na te zijn omgekomen 'begraven' achter de haardplaat van een boerderij in Hoogwoud, er wordt beweerd dat dit de huidige museum boerderij is maar aangezien deze uit 1857 stamt is dit onwaarschijnlijk net als de willemshoeve welke uit 1700 stamt. Zijn zoon, Floris V had diverse pogingen ondernomen om zijn vader terug te vinden en in eigen gebied te begraven. Dat feit lukte met een slag in 1282, waarbij Hoogwoud werd geplunderd en de bevolking voor een groot deel uitgemoord door de Hollanders.
Uit een pentekening uit begin 18e eeuw, blijkt dat ten noorden van Hoogwoud, tussen de Koningspade en de Herenweg een kasteel heeft gestaan. Het Huis van Hoogwoud. Huis was in die tijd een gangbare benaming voor kasteel. Waarschijnlijk werd dit kasteel begin 15e eeuw voor het eerst bewoond door Eduard van Holland, ridder en zoon van graaf Willem VI van Holland en halfbroer van Jacoba van Beieren. Later nam het adellijke geslacht van Van Egmont zijn intrede. Dit verklaard ook de gracht om het kasteel. Het aanleggen van een gracht om een "huis" was in die tijd alleen voorbehouden aan adellijke families. Waarschijnlijk is het kasteel, kort na de verkoop in 1607 door Lamoraal van Egmont, gesloopt. Naast de 18e-eeuwse pentekening is er niet veel meer informatie over het kasteel is beschikbaar. De vraag rijst dan ook of er daadwerkelijk een kasteel heeft gestaan, of dat het een Herenhuis was. Gezien de gelijkenis van de tekening met de kastelen van Schagen en Purmerend en het feit dat de familie Van Egmont tot de hogere adel in Holland werden gerekend; kan worden aangenomen dat het daadwerkelijk om een kasteel ging.
In de middeleeuwen, toen van de huidige gemeente Opmeer nog geen sprake was, was het gebied dat nu de gemeente Opmeer vormt, opgedeeld in drie heerlijkheden. Een heerlijkheid was een bestuursvorm voortkomend uit een feodale onderverdeling van het overheidsgezag. Veel heerlijkheden waren in handen van de adel zo ook in Opmeer. De drie heerlijkheden binnen Opmeer waren allen hoge heerlijkheden, dit hield in dat de landsheer het recht had om misdadigers ter dood te laten veroordelen en te executeren.
Gemeentewapen en Vlag
Op 1 april 1980 verleende Hare Majesteit koningin Juliana de gemeente Opmeer het recht van het voeren van een gemeentewapen, waarvan de officiële omschrijving luidt:
"Gevierendeeld: I in zilver een leeuw van keel; Il in azuur een korenschoof van goud; III in azuur een uitgerukte lindeboom van zilver; IV in goud een leeuw met afgehouwen kop van keel, met neerhangende tong, getongd en genageld van azuur. Het schild gedekt met een gouden kroon van drie bladeren en twee parels en gehouden rechts door een adelaar van zilver, gebekt, getongd en gepoot van keel, en links door een leeuw van goud, getongd en genageld van keel."
In het nieuwe wapenschild bevinden zich de elementen van de oude wapens van de voormalige gemeenten Hoogwoud, Aartswoud, Spanbroek en Opmeer. De vlag van Opmeer bestaat uit een rode leeuw in een geel vlak. Boven en onder het gele vlak twee blauwe banen, links een rode baan.